Enschede wijst voorstel provincie windturbines af
Het college van de gemeente Enschede heeft besloten niet akkoord te gaan met de zogenaamde programmeringsafspraken rond windenergie zoals door de provincie voorgesteld.
Belangrijkste reden is dat Enschede niet wil dat er stappen worden gezet voor duidelijk is wat de nieuwe afstandsnormen precies gaan betekenen. “We hebben niet alleen te maken met klimaatdoelstellingen maar ook met welzijn en gezondheid van onze inwoners. Dat vraagt om grote zorgvuldigheid, en die ontbreekt in het beleid van de provincie”, aldus Niels van den Berg, wethouder Duurzaamheid.
Gebieden open stellen
De provincie heeft de gemeente namelijk gevraagd akkoord te gaan met zogenaamde programmeringsafspraken voor windenergie. Die afspraken komen erop neer dat Enschede samen met Haaksbergen per jaar 160 Gwh aan windenergie zou moeten realiseren. Wat neerkomt op circa 8 windturbines. Het bezwaar van de gemeente Enschede hiertegen heeft vooral te maken met twee aspecten. Enerzijds gaat het om de locatie waar eventuele windturbines zouden komen. Daarover wordt al jarenlang gesproken met inwoners en gemeenteraad. Dat heeft ertoe geleid dat het college een gebied nabij de N18 heeft aangewezen als indicatief zoekgebied. En bovendien een aantal gebieden heeft aangewezen als ‘daar beslist niet’. Het indicatieve zoekgebied biedt ruimte voor 2 windturbines. Dit is volgens de provincie onvoldoende. De provincie wil daarom dat er ook gebieden opengesteld worden die door de gemeente Enschede niet zijn opgenomen als zoekgebied voor wind.
Definitieve normen
Veel belangrijker nog is die andere voorwaarde die Enschede stelt: wachten op de zogenaamde afstandsnormen. Mede vanwege zorgen en vragen over gezondheidsklachten, zoals ook vaak door inwoners kenbaar gemaakt via zienswijzen, werkt de Rijksoverheid aan nieuwe normen. Waar is het veilig en verantwoord om windturbines te plaatsen? Het beschikbaar komen van die normen is al verschillende keren uitgesteld. Op dit moment wordt verwacht dat ze medio 2025 van kracht worden. Maar er bestaat wel al een concept, een zogeheten ontwerpbesluit, voor deze nieuwe normen. Daarmee is de gemeente al gaan onderzoeken wat er wel en niet kan. “de nieuwe normen zijn mogelijk en zeer waarschijnlijk van grote invloed op de mogelijkheden voor het plaatsen van windturbines, en dus heeft dit een enorme impact op deze ontwikkeling”, aldus Van den Berg.
Geen plek voor 280 meter hoog
De conceptnormen in het ontwerpbesluit zijn nog altijd niet definitief, zo zijn er meer dan 500 zienswijzen over ingediend, onder meer door de Vereniging Nederlandse gemeenten. Enschede heeft om tijdig te kunnen anticiperen toch nu al een actualisatie van de zogenaamde planMER laten doen op basis van de normen in het ontwerpbesluit. Daaruit blijkt dat er in heel Enschede geen enkele plek is waar een windturbine van 280 meter hoog kan worden geplaatst. Kleiner kan wel, maar beperkter dan tot dusverre aangenomen. In het gebied bij de N18 zou één turbine van 200 en één van 230 meter hoog kunnen komen. Er bestaat ook verschil van inzicht tussen de interpretatie van de normen tussen gemeente en provincie, met name waar het gaat om bedrijfswoningen.
Van den Berg: “wat wij de provincie meermaals gevraagd hebben is om die definitieve normen af te wachten, en zodoende zorgvuldig te werk te kunnen gaan. Er is nog té veel onzekerheid, onder meer vanwege de grote hoeveelheid ingezonden zienswijzen. Niet voor niets is men bij het ministerie en in politiek Den Haag nog altijd niet tot eenduidige en definitieve vaststelling gekomen. Ik vraag de provincie pas op de plaats te maken, maar de provincie is daar niet toe bereid”.
Pauzeknop
Bovendien benadrukt Van den Berg dat er sowieso geen snelheidswinst behaald kan worden: “tegelijk met deze discussie hebben we te maken met netcongestie. Door gebrek aan netwerkcapaciteit kunnen we de eerste jaren überhaupt geen windturbine op het elektriciteitsnet aansluiten. Laten we dan ook die gedwongen vertraging gebruiken om maximaal zorgvuldig te werken”.
Ook in Den Haag zijn hier recent vragen over gesteld en is de staatssecretaris gevraagd op de pauzeknop te drukken. De staatssecretaris stelt echter dat dat een zaak is van de lokale overheden, maar onderkent en onderschrijft de zorgen wel degelijk.
“Die nieuwe normen zijn van belang voor het hele land. Het is hoog tijd dat de Rijksoverheid helderheid verschaft en haar verantwoordelijkheid neemt door de definitieve normen vast te stellen. Dat voorkomt dat er besluiten worden genomen waar we in de nabije toekomst spijt van hebben omdat niet de juiste normen gehanteerd werden. En als het Rijk dan bepaalt dat het aan de provincie is verwacht ik dat de provincie de verantwoordelijkheid voor zorgvuldigheid neemt en dús op de pauzeknop drukt”, besluit de wethouder.